Joyce Roodnat
Joyce Roodnat (1955) werkt sinds 1980 voor NRC Handelsblad. Aanvankelijk schreef ze in het Cultureel Supplement van K.L. Poll vooral over haar oude liefde, de film, maar al snel verbreedde haar werkterrein zich naar de andere kunsten en de kunst- en cultuurpolitiek. In 1995 werd ze chef van de CS-bijlage, die elke vrijdag verschijnt. Roodnat: 'Het CS mag wild zijn. Verbazen. Ergeren. En dus ook elitair zijn. Als het maar om een mooi stuk gaat, 't liefst persoonlijk en sfeervol. Dan hoeft er niet eens een aanleiding voor te zijn, een prijs, of een jubileum. Dan is het stuk zelf de aanleiding.' In 2002 verscheen Roodnats debuutroman, 't Is zo weer nacht. De roman speelt in het begin van de twintigste eeuw en vertelt het verhaal van Kees, een fluitist in een Rotterdamse bioscoop. Zijn ouders smolten ooit een klomp zilver om tot een fluit, zodat hun zoon muzikant kan worden. Kees heeft echter naast de muziek nog een andere passie: vrouwen. Op de dansvloeren van Katendrecht zoekt hij naar willige vrouwen die zich aan hem - en de muziek - willen geven. Uit een van deze wilde relaties - met Jenny, een Portugese danseres - wordt echter een kind geboren, maar ze krijgen ruzie en Jenny gaat terug naar Portugal. Als Kees met een rondreizend circus Lissabon aandoet gaat hij echter op zoek naar zijn zoon Bas, en neemt hem mee, als hij ziet welke harde behandeling zijn zoon ten deel valt. Als straatmuzikant moet hij nu zichzelf en zijn zoon zien te voeden en zo trekken ze naar het noorden. In Parijs moeten de twee echter vluchten omdat de kleine Bas veel op de ontvoerde baby van Charles Lindbergh lijkt. Linda Vosjan van Radio Nederland Wereldomroep: 'Roodnat heeft een directe schrijfstijl. Haar taalgebruik is erg lijfelijk, realistisch en onomwonden. Zo beschrijft ze geuren die je begint te ruiken: 'de wee� geur van de was', en kamers die je voor je ziet: 'Het vertrek was vuil maar opgeruimd. Door de gesloten luiken kroop de hitte naar binnen.' Het interessante van de roman is dat Roodnat het boeiende verhaal van de fluitist voortdurend afwisselt met een ander verhaal uit het heden: de crematie van Kees. In deze intermezzi zijn de bekenden en familieleden aan het woord. 'Die intermezzo's met innerlijke monologen zijn niet echt een originele vondst, maar ze hebben in deze roman wel een ongemeen mooi effect,' schreef Lieve De Boeck (De Standaard) die 't Is zo weer nacht een 'overtuigende debuutroman' noemde.'Joyce Roodnat brengt het verhaal van deze perfectionistische maar mislukte fluitist in een bewonderenswaardige, soms mani�ristische literaire stijl die voortdurend charmeert. Zij schrijft met kennis van zowel het historische als het literaire verleden en vanuit een interessante en bewust vrouwelijke invalshoek. Deze gelaagde roman is een knappe vertelling over een allesverterende passie die telkens wordt ingehaald door de werkelijkheid.' Walter Kraut van Trouw was minder overtuigd. Hij vond het boek weinig subtiel, maar roemde de intermezzo's. 'Door deze stukken krijgt het boek toch nog enige diepgang. Ze zorgen ervoor dat de roman de scheidslijn tussen kunst en kitsch net niet overschrijdt.' En Vosjan vond hoofdpersoon Kees weinig geslaagd. 'In plaats van dat hij een interessante man is, van wie je verschillende kanten kunt ontdekken, is hij een onevenwichtige hoofdpersoon als middelpunt van een weinig pakkend verhaal.' Roel Bentz van den Berg daarentegen was laaiend: Ik vind dit boek echt geweldig. Rijk, vanwege de levendigheid en de gedetailleerdheid waarmee de wereld van het begin van de vorige eeuw wordt opgeroepen, het circus, Tuschinski, terwijl de taal aldoor blijft verrassen. En niet te vergeten: de sensualiteit overal dwars doorheen.' Voor 't Is zo weer nacht ontving Joyce Roodnat zowel de Geertjan Lubberhuizenprijs als de Debutantenprijs; bovendien haalde het boek de longlist van de Libris Literatuurprijs. Zij doet wekelijks verslag in NRC Handelsblad van haar wandelingen 'door Nederland en de rest van de wereld.'