Tessa de Loo
Tessa de Loo (1946) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Ze werkte enkele jaren als lerares alvorens ze in 1983 debuteerde met de verhalenbundel De meisjes van de suikerwerkfabriek, waarmee ze onmiddellijk haar naam vestigde. Het boek beleefde meer dan twintig drukken en werd bekroond met twee debuutprijzen (de Anton Wachterprijs en het Gouden Ezelsoor). Sindsdien is Tessa de Loo een geliefd schrijfster gebleven. Haar populariteit dankt ze aan de toegankelijke stijl van haar proza, waarin altijd een intrigerende verhaallijn wordt uitgewerkt, en aan de thematiek van haar werk - vaak conflictueuze liefdes waarin macht een belangrijke factor is.
Liefde en macht is ook het thema van haar roman Meander (1986) waarin de opkomst en ondergang van een alternatieve leefgemeenschap begin jaren zeventig in Zeeland is beschreven. Het conflictueuze spel van liefde en macht is eveneens prominent aanwezig in haar beide volgende boeken, Het rookoffer (1987) en Isabelle (1989). In Het rookoffer draait alles om de liefde tussen een lerares Frans en een van haar leerlingen. Isabelle gaat over een actrice die gekidnapt wordt.
Anders van toon en thematiek is haar grote epische roman De tweeling (1993). Uitgangspunt in dit boek is de ontmoeting tussen twee bejaarde vrouwen, een Nederlandse en een Duitse, in het kuuroord van Spa. Ze vertellen elkaar hun levensverhalen maar weten aanvankelijk nog geen van beiden dat ze een al in de kindertijd van elkaar gescheiden tweeling vormen. Op de achtergrond aanwezig is de Tweede Wereldoorlog, die de tweeling gescheiden heeft, en de voor de Duitse en de Nederlandse verschillende doorwerking van dit oorlogsverleden in het heden. De roman werd bekroond met de Otto von der Gablentz-prijs en de Publieksprijs van het Nederlandse boek. De tweeling is sinds de verschijning een weergaloos succes. Inmiddels zijn er alleen al in het Nederlands meer dan 600.000 exemplaren verkocht. De Duitse vertaling was eveneens zeer succesvol.
De thematiek van De tweeling keert terug in Een bed in de hemel (2000). In deze roman gaat het over (de onvervulbaarheid van) de liefde. Het boek alterneert tussen Boedapest en Amsterdam, tussen seksuele vrijheid en onontkoombaar lot, tussen 1944, 1956, 1965 en 1995.
Na De tweeling publiceerde Tessa de Loo in 1998 Een varken in het paleis, een meeslepend boek over een tocht door de onherbergzaamste streken van de Balkan, in het voetspoor van Byron. In 1999 bundelde ze haar columns over reizen, verkeer en auto's in Een gevaar op de weg.
In 2004 verscheen De zoon uit Spanje. In dit familiedrama willen de kinderen van een stervende vader, gepensioneerd leraar klassieke talen, van zijn laatste verjaardag een onvergetelijk familiefeest maken. Niet eenvoudig: een van hen, Bardo, is 25 jaar geleden door zijn vader het huis uitgezet en nooit meer teruggekeerd.
In oktober 2008 verscheen, vijftien jaar na De tweeling weer een grote nieuwe roman van Tessa de Loo, Harlekino.